Grootschalige studie toont aan dat sleutel naar werkhervatting ligt in begeleiding en flexibiliteit
Ook langdurig of ernstig zieken zelf vragende partij: slechts 12 procent geeft aan nog niet terug te willen werken

Brussel, 6 oktober 2025 - Kom op tegen Kanker en het Vlaams Patiëntenplatform trekken samen aan de alarmbel: de overheid moet volgens de organisaties dringend meer middelen vrijmaken om bedrijven én werknemers te ondersteunen in de re-integratie naar de werkvloer. Want hoewel werkgevers al sinds 3 jaar verplicht zijn om een collectief re-integratiebeleid voor langdurig en ernstig zieken te voorzien, heeft 57% er nog geen werk van kunnen maken – zo blijkt uit een onderzoek van de twee organisaties bij werkgevers en werknemers. De nood is nochtans hoog: bijna één op de vijf werknemers (18%) ervaart werk als negatief na de terugkeer, 36% voelt dat het zijn welzijn negatief beïnvloedt en 45% ervaart het als meer belastend. Aan motivatie in ieder geval geen gebrek: slechts 12 procent gaf aan nog niet terug te willen werken.
Het aantal langdurig zieken in België zit al jaren in stijgende lijn. Intussen telt ons land zelfs al meer dan een half miljoen mensen die langer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn. Reden genoeg voor de overheid om actie te ondernemen: in oktober 2022 al ging een nieuwe maatregel in voege die werkgevers verplicht om een collectief re-integratiebeleid voor langdurig en ernstig zieke collega’s te voorzien. Maar vandaag, exact 3 jaar verder, heeft 57% er nog geen werk van kunnen maken, zo blijkt uit een studie van Profacts in opdracht van Kom op tegen Kanker en het Vlaams Patiëntenplatform. Volgens de organisaties moet de overheid dringend meer middelen vrijmaken om de uitrol te faciliteren.
Baat bij gedeeltelijke werkhervatting
Bij de groep ondervraagde werknemers die nog niet terug aan het werk is, geeft 64 procent aan dat het systeem van gedeeltelijke werkhervatting hun terugkeer gemakkelijker zou maken. Dat blijkt bovendien ook bij wie wel al terug aan de slag is: in drie op de vier gevallen was er sprake van gedeeltelijke werkhervatting.
David Vansteenbrugge, algemeen directeur Kom op tegen Kanker: “We horen het heel vaak bij kankerpatiënten die terug naar de werkvloer willen: meteen terug voltijds aan de slag gaan, is voor velen simpelweg geen optie. Zowel fysiek als mentaal vraagt dat nog te veel van hen. Precies voor die mensen is gedeeltelijke werkhervatting de ideale tussenoplossing. Het biedt hen niet alleen financiële zekerheid, maar ook ‘een gevoel van voldoening’, ‘zich nuttig voelen’ en ‘sociaal contact’ staan bovenaan het lijstje van redenen om terug aan het werk te gaan.”
Eline Bruneel, beleidsmedewerker bij het Vlaams Patiëntenplatform: "De studie bevestigt wat wij al lang weten. Mensen willen werken, maar botsen nog op te veel drempels. Als 60% aangeeft te werken ondanks een matige of slechte gezondheid, dan zegt dat genoeg. Zelfs een kwart van diegenen die terug aan het werk is, is nog in behandeling. Dat staat in schril contrast met het beeld van de profiteur.”
Voor wie na hun ziekte zonder job zit, is de situatie mogelijk zelfs nog moeilijker: 84 procent (!) van wie melding maakt van een aandoening voelt zich gediscrimineerd tijdens het sollicitatieproces. En maar liefst 74 procent schat de kans om de job te krijgen slecht in.
Nood aan meer ondersteuning
Daarnaast geven de cijfers aan dat ook meer begeleiding op maat zou helpen bij de re-integratie van personen met een langdurige of ernstige ziekte op de werkvloer. Bedrijven met een beleid blijken vaker een duidelijk aanspreekpunt te hebben voor de afwezige werknemer en betrekken deze vaker bij het maken van afspreken over re-integratie.
David Vansteenbrugge, algemeen directeur Kom op tegen Kanker: “Voor alle duidelijkheid: dat betekent niet dat het verplichte collectieve re-integratiebeleid daarom minder nuttig is. Integendeel, je kan in dat beleid net de krijtlijnen uittekenen voor deze begeleiding op maat en handvaten voorzien voor de werknemer en de leidinggevende. Hoe wil je dat aanpakken? Wat is de waaier aan verschillende mogelijkheden? En wie kan de werknemer ondersteunen op welk vlak? Een goed, overkoepelend plan waarbinnen je vervolgens de begeleiding op maat kan uitwerken is dus ideaal, de twee zijn complementair.”
Uit de antwoorden van de ondervraagde werkgevers die momenteel nog geen re-integratiebeleid hebben, blijkt dan weer dat zij zelf meer ondersteuning nodig hebben – zeker bij kleinere ondernemingen. Enerzijds omdat sommige organisaties tegen praktische barrières botsen bij de uitwerking van hun collectief re-integratiebeleid, zoals onzekerheid over wetgeving, onvoldoende kennis van zaken of een gebrek aan middelen. Anderzijds is er ook een grote nood aan opleiding van hun leidinggevenden: ruim de helft (55 procent) geeft aan dat dit zou helpen.
Eline Bruneel, beleidsmedewerker bij het Vlaams Patiëntenplatform: “Voor leidinggevenden is zo’n proces van re-integratie van hun teamlid vaak een zoektocht. Het feit dat het hele proces van uitval tot heropstart soms stroef loopt, zie je ook in hoe de werknemers het ervaren: voor bijna een kwart – 23 procent – volstond de communicatie met de leidinggevende tijdens de afwezigheid niet. Toch hebben leidinggevenden een heel belangrijke rol. Voor 66 procent zijn ze het voornaamste aanspreekpunt over de terugkeer naar het werk. Hen extra opleiden voor dit soort situaties, is nodig.”
De boodschap van Kom op tegen Kanker en het Vlaams Patiëntenplatform aan de overheid is dan ook duidelijk: maak meer middelen vrij om bedrijven én werknemers te ondersteunen in de re-integratie naar de werkvloer.
Studieresultaten: Re-integratie bij langdurige of ernstige ziekte
PDF 668 KB
Voor meer informatie kun je contact opnemen met:
Sven Haenen